De verslavende stof in sigaretten is nicotine. Nicotine zorgt ervoor dat dopamine vrijkomt in je hersenen. Deze dopamine geeft heel kort een prettig gevoel. Onze hersenen onthouden dat roken voor dit gevoel heeft gezorgd. Het nicotinegehalte daalt snel en je krijg weer trek om te roken. Dit noemen we de verslavingscyclus.
Als je meer rookt, reageren je hersenen steeds minder op nicotine. Je hebt dan meer nicotine nodig voor hetzelfde effect. Dit noemen we tolerantie.
Je hersenen leggen ook het verband met wat je aan het doen bent en in welke omgeving je bent. Hebben jouw hersenen roken verbonden aan stress en alles wat daarbij hoort? Dan heb je grote kans dat je telkens in de verleiding komt om te roken als je (een beetje) gestrest bent.
Als je stopt met roken daalt het nicotinegehalte. Je kunt dan last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Deze klachten worden vaak na 2 tot 3 dagen minder. Het kost vaak meer tijd om situaties los te maken van het roken, maar de verleiding zal steeds minder worden.